OPVOEDING

PUP MEE NAAR HUIS

Zodra de pups oud genoeg zijn om naar hun nieuwe eigenaar te gaan, meestal zo rond de negen weken, kunt u uw nieuwe huisgenootje gaan halen. De meeste fokkers geven u een voedingslijst mee, dat wil zeggen richtlijnen voor wat, hoeveel en hoe vaak u uw nieuwe huisgenootje het beste eten kunt geven. Vaak krijgt u een zakje voer mee dat de pup bij de fokker gewend was. Betreft het een hondje met een stamboom dan zal de fokker u nog geen stamboom mee kunnen meegeven, omdat deze meestal pas enkele maanden later bij de fokker arriveert. Sommige fokkers brengen deze te zijner tijd bij u langs en andere sturen hem op.

Verder zal uw hond meestal gechipt zijn; dit hoort in ieder geval zo te zijn als het een hondje met stamboom betreft. Ongechipte hondjes kunnen nooit een stamboom krijgen, ook niet in een later stadium.

Wat u verder nog mee dient te krijgen is het entingsboekje. Hierin staat aangetekend wanneer en waartegen uw puppy is ingeënt en wanneer deze entingen herhaald moeten worden. Serieuze fokkers werken in toenemende mate met een koopcontract, waar in alle rechten en plichten van de fokker en de nieuwe eigenaar zijn opgenomen. Lees het contract goed door en vergewis u ervan dat de inhoud redelijk is, voor u tekent.

EERSTE NACHT

Zo zonder moeder, broertjes en zusjes is een eerste nacht heel moeilijk. Uw pup is niet erg gelukkig en zal niet zonder meer willen gaan slapen. Wij hebben hele goede ervaring om ze de eerste week in een doos of kistje naast het bed te laten slapen op kranten met daarover een handdoek. Wordt uw pup in de loop van de nacht onrustig, dan kunt u met een korte aai de pup gerust stellen. Het kan ook zijn dat een pup een plasje wil doen, ga er dan mee naar buiten en als het gelukt is prijs ze dan uitbundig. Ga daarna allebei weer slapen. Het is voor beiden wennen. Na drie dagen tot een week zal de pup gewend zijn en uw nachtrust niet verstoren.

ZINDELIJK MAKEN

Vooruit….. laten we beginnen met iets wat u waarschijnlijk zeer belangrijk vindt: zorgen dat het hondje uw boel niet (al te lang) bevuilt. We nemen aan dat u geduld heeft en een positieve houding, want anders was u aan deze klus niet begonnen, nietwaar? Elk jong wezen moet leren beheersing te krijgen over zijn blaas- en darmspieren. De een heeft sterke spieren, maar is niet zo vlug van begrip. De ander is slim, maar ja, die domme baas snapte niet vlug genoeg waarom hij zo heen en weer liep te drentelen….. We willen maar zeggen: een tijd waarbinnen uw pup zindelijk moet zijn is niet aan te geven. Naast bovengenoemde individuele factoren ligt dit ook aan uw eigen aanpak. Hoe meer u de eerste tijd met de pup naar buiten gaat om hem de gelegenheid te geven iets te ‘presteren’ (waarna u de gelegenheid heeft om hem uitbundig te prijzen hiervoor), des te vlugger zal het gaan. Toch zijn er wel wat hulpmiddelen. Onmiddellijk uitlaten na een flinke tuk geeft bijna altijd resultaat. Ook kort na het eten is dit aan te bevelen. Een typische aanwijzing voor hoge nood is als de pup (soms met de neus op de grond) zenuwachtig rondscharrelt! Vlug oppakken die hoop hond! Anders wordt het een hoop………juist! Probeer de eerste tijd steeds naar dezelfde plek te gaan waar hij al eerder iets gedaan heeft. Laat u niet overal heen sleuren, maar manoeuvreer hem aan de lijn zachtjes in het rond op die plek. Geef hem verder geen aandacht, want dan vergeet hij wat hij van plan was. Een jonge pup is zeer snel afgeleid. Doet hij toch wat in huis, ruim dit dan op als hij het niet ziet en maak de plek reukloos! Dit om te voorkomen dat hij gaat denken dat die bewuste plek zijn “WC”is. Straf hem niet, mopper niet op hem, negeer het voorval. Zorg dat hij ’s nachts op een plek verblijft waar een ‘ongelukje’ geen kwaad kan. Elke 2 uur eruit is ook geen pretje. Bent u van mening dat hij zo snel mogelijk ook ’s nachts zindelijk moet worden, dan kost dat u een ‘gebroken’ nachtrust. ’s Avonds na 8 uur geen drinkwater meer verstrekken versnelt de procedure aanzienlijk.

UITLATEN

De eerste paar dagen dat de pup bij u is, zal uitlaten voornamelijk gericht zijn op het zindelijk maken en om het hondje te laten wennen aan zijn naaste omgeving. De uitjes zijn kort en dat is maar goed ook. Niet alleen lichamelijk zijn al deze nieuwe dingen ontzettend vermoeiend voor zijn jong dier, ook geestelijk heeft het heel wat te verwerken.

 

Het is verstandig om de pup constant een zacht en dun leren halsband om te laten houden. In het begin zal hij voortdurend proberen het af te krabben, maar al spoedig went hij eraan. Als u het bandje alleen omdoet voor het uitlaten, zal de pup voortdurend trachten zich al krabbend van dat nare ding te ontdoen. Van lopen aan de lijn komt dan helemaal niets. Nu moet u zich hier de eerste paar weken toch al niet teveel van voorstellen. Sommige pups worden helemaal panisch als ze merken dat u via die lijn macht over ze heeft en springen alle kanten op, behalve de uwe!

 

Weer andere imiteren een ezel en zetten de voorpoten schrap: zij zijn niet van plan ook maar 1 stap te doen zolang u de touwtjes in handen heeft. Dit probleem is eenvoudig op te lossen. U bevestigd de lijn aan de halsband en om de kop van de pup. U zet hem pas weer neer als u op een veilige plek bent. U houdt de lijn niet vast, maar laat deze achter heem aanslepen. Als hij dan vrij rondscharrelt pakt u ongemerkt de lijn op en loopt met hem mee. Al spoedig is hij gewend aan de lijn en kunt u hem – door middel van uw stem – meelokken. Daarna is de lijn op zich geen punt meer en kunt u hem vanuit huis aan de lijn meenemen. Hier alvast een opmerking over de toekomstige training: laat hem nooit de lijn dragen of in de lijn bijten als hij aan de lijn zit.

 

Het contact baas/hond wordt hierdoor geremd. Jonge honden groeien als paddenstoelen! Ze schieten uit de grond. Groeien kost heel veel energie en net als baby's hebben ze de eerste tijd veel slaap nodig. U mag hem dus niet teveel vermoeien. Als u de pup heeft uitgelaten en hij – thuisgekomen – als en zoutzak op zijn plaats in diepe slaap valt, bent u te ver gegaan! Jonge wilde honden in de natuur blijven het eerste half jaar van hun leven op 1 en dezelfde plek. Daar wordt gespeeld en gedold en gegroeid in de zon. Lange wandelingen zijn de eerste negen maanden taboe, evenals trappen op- en aflopen en auto’s in- en uitspringen.

 

De gewrichten zijn nog niet strek genoeg om al deze bewegingen goed op te vangen. Niet toegestaan dus! Trappen lopen zoveel mogelijk vermijden of de hond dragen. En in maar vooral uit de auto tillen tot een leeftijd van ca. 9 maanden. En toch moet hij – juist in die eerste periode – aan allerlei indrukken worden blootgesteld.

UITLAATSCHEMA

Vaak wordt de vraag gesteld hoe vaak en hoe lang de pup en later de jonge hond nu per dag moet worden uitgelaten. We hopen dat u aan onderstaand overzicht een leidraad heeft:

 

Van 7 tot 12 weken:

  • ’s morgens zo vroeg en ’s avonds zo laat mogelijk
  • elke keer na het eten
  • elke keer onmiddellijk na het ontwaken uit een dutje.

 

Gemiddeld komt dit neer op uitlaten om de 2 uur met uitzondering van de nacht. Van al deze uitjes kunt u drie tot vier keer 10 minuten met hem buiten lopen. Draagt u hem of zit u ergens op en bankje, dan kunt u dit opvoeren tot 1 keer een half uur.

Van 12 weken tot 6 maanden: Zoveel keren kort als nodig is voor de zindelijkheidstraining….. Echt uitlaten kunt u nu opvoeren naar 3 keer een kwartier of 1 keer een kwartier en 1 keer een half uur per dag. Als u ergens bent waar hij kan rusten, dan hoeft u het met de tijd natuurlijk niet te nauw te nemen.

Van 6 tot 9 maanden: nu is hij helemaal zindelijk. Uitlaten voor de plas of hoop moet nu 4 tot 5 keer op een dag. Hij moet dagelijks 1 keer een kwartier en 1 keer een half uur lekker kunnen rennen en dollen. Vanaf 9 maanden: 4 tot 5 keer per dag uitlaten, waarvan 2 keer een wandeling van ongeveer een half uur.

SOCIALISATIE

Een deel van het socialiseren heeft plaatsgevonden bij de fokker, die uw puppy hopelijk kennis heeft laten maken met het dagelijkse leven in huis met veel verschillende mensen en kinderen. Het is nu aan u om de resterende socialisatieperiode (die loopt tot ongeveer de 15e week) zo goed mogelijk te besteden. De zogenaamde socialisatie, het wennen aan alle facetten van onze mensenmaatschappij, moet “nu”, terwijl hij nog pup is, gebeuren. Dat wat uw hondje nu leert kennen op een positieve manier zou hij in zijn latere leven neutraal of positief tegemoet treden. Zou dat niet gebeuren, dan voelt hij zich straks als volwassen hond niet op zijn gemak in de grote wereld, doch alleen op die plaatsen en in die situaties die hem bekend zijn.

En dat wilt u niet! U wilt een vrolijke en vrije hond vol levenslust en zonder angst. U kunt dit oplossen door hem in de armen een poosje te dragen. Wissel dagelijks van omgeving. Ga op marktdag de markt over, blijf staan kijken bij voetballende kinderen. Wacht met de pup op uw arm bij een spoorwegovergang tot de trein is gepasseerd. Zoek een drukke verkeersweg en laat het vrachtverkeer aan hem voorbij denderen. Laat hem kennismaken met liften, schuifdeuren, andere dieren, kinderen, etc. Overdrijf het niet: twee of drie indrukken per dag zijn al voldoende. Straal uit naar de hond dat alles wat hij ziet de normaalste zaak van de wereld is. De pup ziet u als grote voorbeeld. Een van de belangrijkste facetten in de opvoeding is consequentie, iets wat u niet toestaat moet u dan ook nooit toestaan en andersom. Bedenkt met de andere huisgenoten waar u de lijn legt en wijk daar niet vanaf. Neem hem als het even kan dagelijks mee uit in de auto naar een andere omgeving. Hij zal ervan genieten. Maar houdt de uitstapjes kort. Moet u de pup voor korte tijd alleen in de auto achterlaten ( bijvoorbeeld voor een boodschap in een winkel waar geen honden zijn toegestaan), doe dan zijn halsband af. Zo is er geen mogelijkheid dat hij aan zijn halsband blijft haken en zichzelf ophangt. Natuurlijk doet u de ramen op een kier en laat u hem niet in de auto achter bij warm weer. Wilt u een hond die erg op u aantrekt? Dan moet u hem in het begin – zo tussen de zevende en dertiende week – niet teveel met andere honden laten spelen. Dat heeft 2 redenen. Ten eerste heeft hij de volledige inentingen nog niet gehad en is infectiegevaar niet denkbeeldig. Ten tweede hebben wetenschappers uitgedokterd dat een pup die in deze periode overwegend contact met mensen heeft, mensgerichte zal reageren.

Overigens: vanwege infectiegevaar is het verstandig om de eerste tijd waar veel honden worden uitgelaten, te vermijden. Dit om de doodeenvoudige reden dat het op zulke plaatsen wemelt van de hondenpoep.

 

Ook al komt uw pup dan geen hond tegen. Zijn natuurlijke neiging om aan elke hoop te snuffelen levert gevaar genoeg op! Ten derde: niet alle volwassen honden zijn zo vriendelijk, sommige zijn zelfs agressief en zo’n ervaring op jonge leeftijd maakt de pup bang voor zijn soortgenoten. Kent u de andere hond goed, dan is er geen bezwaar.

PUP EN VOEDING

Pups krijgen een speciaal menu. Ze hebben energie nodig voor lichaamsonderhoud en groei, en activiteiten. Een jonge pup heeft daarom twee tot drie keer zoveel voer nodig als een volwassen hond van hetzelfde gewicht. Het beste voer is speciaal puppyvoer. Dat is afgestemd op wat een puppy nodig heeft aan calorieën, eiwitten en mineralen, zoals calcium en fosfor, dan voer voor volwassen honden. De juiste hoeveelheid is afhankelijk van het soort voer; volg de gebruiksaanwijzing op de verpakking. Het geven van teveel voer veroorzaakt diarree. Op de leeftijd van twee maanden hebben pups vier tot vijf kleine maaltijden per dag nodig. Zijn ze drie maanden, dan krijgen ze drie maaltijden per dag. Tegen de tijd dat ze een jaar oud zijn, krijgen ze dagelijks nog maar een of twee maaltijden. Een goede fokker zal u goed advies , en meestal wat voer meegeven voor de pup.

BENCH

Inklapbare metalen hondenkenneltjes kunnen makkelijk van de ene kamer naar de andere worden verplaatst. Een pup leert er zindelijkheid in en het kan ook dienstdoen als ‘hol’ van een hond, waarin hij kan slapen en zich veilig voelt. Wat zindelijkheid betreft: een hond bevuilt nooit willens en wetens zijn nest ofwel het kenneltje. Ook kunt u hem er af en toe in opbergen als u even weg moet. Zorg ervoor dat uw hondje voldoende speelgoed in zijn kenneltje heeft..

HUISREGELS

Gelukkig voor de hond kent elk huisgezin zijn regels. Want zonder regels voelt een hond zich ongelukkig. Hij is namelijk een roedeldier bij uitstek en voelt zich beslist niet op zijn gemak als hij niet weet waar hij aan toe is. Er kunnen dan 2 dingen gebeuren:

 

  1. Hij wordt een onzekere hond en trekt zichzelf terug. Contact is moeilijk te maken.
  2. Hij tiranniseert het gezin. Contact is alleen mogelijk als zijn zin wordt gedaan

 

U zelf maakt uit wat uw hond in huis wel of juist niet mag. Daar heeft u zelf de last of het gemak van. Er zijn mensen die het gezellig vinden als hun hond het spreekwoord “als een hondje achter je aan lopen” letterlijk toepast. Zo zijn er ook mensen die hun bankstel welwillend ter beschikking stellen aan vermoeide hondenlijven. In heel wat gezinnen heeft de hond voorts geen vaste plaats. Men accepteert dat en stapt doodeenvoudig over hem heen. Tegen de baas en zijn medebewoners of bezoek opspringen hoort ook bij dit rijtje. De doorsnee-mens echter wil graag een opgevoede hond, hij wil niet het risico lopen te struikelen over een hond die gewend is zomaar ergens te gaan liggen en hij voelt er evenmin voor een lelijke smak te maken door een al te onstuimige begroeting bij thuiskomst of opstaan. Het bankstel heeft hij voor zichzelf en zijn gezin gekocht en niet voor de hond.

JONG GELEERD

De beste tijd om dit een pup te leren is “nu”. Dat wil zeggen: al deze dingen zijn verboden vanaf het moment dat de pup of hond zijn eerste stappen in uw huis zet! Hem eerst zijn gang laten gaan en de kans geven allerlei ongewenste of “slechte gewoonten” te laten ontwikkelen, kost u straks veel meer tijd en energie, dan het geval is als u hem onderstaande “spelregels” van begin af aan bijbrengt. Dat wil zeggen:

 

  1. De hond krijgt in huis op de grond een vaste plaats toegewezen om te liggen (dit hoeft niet per se dezelfde plaats te zijn als voor de nacht). Bij voorkeur zoekt u hiervoor een plek vanwaar hij direct bij het gezinsgebeuren betrokken is, zonder “in de loop” te liggen.
  2. U moet niet toestaan dat de hond zonder uw toestemming van zijn plaats komt.
  3. Opspringen tegen wie dan ook is taboe.
  4. Bedelen om eten wordt niet toegestaan.
  5. Blaffen – behalve kort bij bezoek- wordt niet op prijs gesteld.
  6. Alleen thuisgelaten moet de hond stil zijn en de boel niet vernielen.

 

Het is nogal wat, zult u zeggen. En wij zijn de laatste om dat te ontkennen. Daarom geven wij u enige tips hoe u dit zou kunnen aanpakken. Allereerst: niemand verwacht dat uw pup al deze dingen binnen een week of een maand perfect kan. Als dat u zou lukken, heft u waarschijnlijk een zielig hoopje hond over, dat niet meer spontaan reageert en niet meer jong durft te zijn. Gun hem en uzelf dus wat tijd.

HOND ALLEEN THUIS

Het is heel normaal en natuurlijk dat honden niet graag alleen zijn. Een hond is een sociaal dier dat van oorsprong in groepen (roedels) leeft. Wel kan door middel van training worden bereikt dat de hond het alleen zijn accepteert als een "normaal" onderdeel van zijn leven.

 

Uitingen van verlatingsangst zijn onder meer vernielen, onzindelijk zijn en janken en blaffen wanneer de hond alleen thuis is. Weet u niet zeker hoe u hond zich gedraagt wanneer hij alleen thuis is, dan kunt u een keer een video-opname maken terwijl u weg bent. Aan de hand van de opgenomen beelden en geluiden krijgt u zo een indruk van het gedrag van uw hond. U kunt dit ook doen wanneer uw hond zich "misdraagt" wanneer hij alleen is, maar u niet zeker weet of dit al dan niet met verlatingsangst te maken heeft. Aan de hand van de opgenomen beelden en geluiden kunt u dan wellicht vaststellen of de hond al dan niet een nerveuze indruk maakt.

 

Afhankelijk van het karaktertype van de hond, zijn eerdere ervaringen in dit verband en nog een aantal zaken die later aan de orde zullen komen, is deze training een meer of minder gemakkelijke opgave. Wanneer er sprake is van heftige stress bij de hond zodra die alleen thuis moet blijven, dan doet u er zondermeer verstandig aan om bij de training van de hond de hulp van een professionele gedragsbegeleider in te roepen. Gaat het om een hond die niet zo goed alleen kan zijn zonder dat er sprake is van veel stress, of gaat het om een puppy die u het alleen kunnen zijn wilt leren, dan kunt u de volgende trainingstips wellicht gebruiken:

 

Leer de hond de oefening AF en BLIJF (hoe dit kan op basis van beloning, kunt u leren door het volgen van een goede gehoorzaamheidscursus met uw hond). Eén van de “trucs” die u in combinatie met de oefening AF en BLIJF kunt gebruiken, is een trommeltje met hondenkoekjes. Zodra u de oefening gaat doen, staat dit trommeltje op de grond vlak bij de hond. Zodra de hond lang genoeg is blijven liggen, geeft u hem VRIJ (dit commando betekent "einde oefening"), u maakt direct het trommeltje open en geeft de hond een hondenkoekje.

 

Het blijven liggen wordt stapje voor stapje opgebouwd. Eerst is 5 seconden lang waarbij u bij de hond blijft staan voldoende. Dan werkt u toe naar 10 seconden, waarbij u een paar passen bij de hond wegloopt. de hond moet stapje voor stapje leren om steeds langer te blijven liggen, terwijl de afstand tot u steeds groter wordt. De eerste tijd blijft u in dezelfde kamer als de hond en in het zicht van de hond. Daarna gaat u door de deuropening naar een ander vertrek, maar de deur blijft nog open en u bent binnen een paar tellen weer terug in de kamer. Dan blijft u steeds langer uit het zicht van de hond, uiteindelijk ook achter een gesloten deur.

 

Iedere geslaagde oefening wordt afgesloten door uw signaal VRIJ en direct daarna een koekje uit het trommeltje. Bij iedere niet-geslaagde oefening (de hond komt voortijdig van zijn plaats) brengt u de hond rustig maar vastbesloten terug naar zijn plaats en doet u de oefening opnieuw. Als de oefening vaak niet slaagt, dan is dat een teken dat u de oefening te snel opbouwt (u wilt te snel te veel). In dat geval kunt u het beste een stapje terug doen in de opbouw (u maakt de oefening eerst weer gemakkelijker totdat het telkens weer goed gaat en bouwt vanaf dat punt de moeilijkheidsgraad weer op). Het trommeltje heeft bij veel honden een soort magische uitwerking. Gedurende uw afwezigheid staat het bij de hond als een soort symbool dat uw terugkomst en de daarop volgende beloning garandeert. Het trommeltje maakt de oefening voor de hond leuk en "helpt hem daaraan herinneren" waneer u langer weg bent. Het trainen op de oefening AF en BLIJF kan worden gecombineerd met het wennen aan een bench (kamerkennel).

 

Het is belangrijk dat u zich realiseert dat de hond gedurende de periode dat u de training opbouwt, niet langer alleen kan zijn dan het trainingsschema op dat moment toestaat. Dit betekent dus dat, wanneer u in deze periode weg wilt of moet, u de hond zult moeten meenemen of dat u voor hem een vertrouwde "oppas" laat komen.

 

Overige tips in het kader van het leren alleen zijn:

  • Geef uw hond speelgoed dat speciaal bedoeld is om de hond zich in zijn eentje te laten vermaken. Bijvoorbeeld een KONG of een Activity Ball. Deze speeltjes kunt u vullen met lekkers, zodat uw hond zich niet hoeft te vervelen. Door zich te concentreren op het bemachtigen van het lekkers heeft hij ook minder "de tijd" om zich druk te maken over het feit dat hij alleen is!
  • Wanneer uw hond al zenuwachtig wordt als hij denkt dat u straks weggaat (bijvoorbeeld wanneer u uw sleutels pakt, uw jas aan doet e.d.) doe dan regelmatig alsof u weggaat zonder het echt te doen. Trek uw jas aan en even later weer uit. Pak regelmatig uw sleutels op, loop naar de voordeur en kom weer terug. Door dit regelmatig te doen leert u uw hond om minder gevoelig op dit soort signalen te reageren. Besteed geen aandacht aan het gedrag van uw hond tijdens dit soort oefeningen.
  • Maak van uw vertrek en van uw thuiskomst geen "drama". Hoe meer u zelf uitstraalt dat het volkomen normaal is om weg te gaan en weer terug te komen, hoe sneller uw hond dit ook zal accepteren! Het slechtste dat u kunt doen is uw hond troostend toespreken als u weggaat. U bevestigt daarmee immers dat het heel erg is voor hem!
  • Straf uw hond nooit wanneer u bij thuiskomst vernielingen of de gevolgen van onzindelijkheid aantreft. De hond kan uw straf niet in verband brengen met wat hij heeft aangericht, maar zal de straf koppelen aan het feit dat u thuiskomt en hij u wil begroeten! De symptomen van verlatingsangst/stress verergeren zelfs vaak wanneer de hond naderhand gestraft wordt. Immers, alleen thuis blijven wordt voor de hond steeds stressvoller (gezien de verwachte straf bij thuiskomst van de baas). Veel eigenaren denken dat hun hond wel degelijk weet dat hij "fout" is geweest maar dit is niet het geval! Het feit dat hij mogelijk "kruiperig" doet wanneer u thuiskomt is een uiting van onzekerheid en het proberen te vermijden van straf door zich onderdanig te gedragen. Waarvoor hij (mogelijk) gestraft zal worden is de hond echter niet duidelijk! Bedenk bovendien dat een hond die lijdt aan verlatingsangst niet vernielt of onzindelijk is om u te pesten, maar dat het uitingen zijn van een hoge mate van stress.

Sinds kort is er een medicijn op de markt dat speciaal bedoeld is als ondersteuning bij de gedragstherapie voor honden met verlatingsangst. Dit middel heet Clomicalm. Overleg desgewenst met uw dierenarts over de toepassing van het middel. Ook kan gedragstherapie m.b.t. verlatingsangst zeer goed ondersteund worden met Bach Bloesem Remedies. Bach Bloesem Remedies zijn natuurlijk, volkomen onschadelijk en zeer effectief gebleken!

OMGANG KINDEREN EN DIEREN

Kleine kinderen – of ze nu tot uw gezin behoren of op bezoek komen – moet u nooit alleen bij een hond laten. Ook niet bij een pup! En hond blijft een hond en kan soms heel anders reageren op het gedrag van een kind dan u verwacht. Zorg dat u altijd een oogje in het zeil kunt houden om in te grijpen. Uiteraard voorkomt u dat een kind de hond plaagt. Kinderen bedoelen dat meestal niet zo, maar voor de jonge hond en vooral de heel jonge pup kan het een trauma opleveren, dat hij zijn hele leven niet meer vergeet. Om deze laatste reden is het ook beter, dat u de kinderen niet met de hond buiten laat lopen zonder uw toezicht. Kinderen moeten leren dat, als de hond op zijn plaats ligt zij hem met rust moeten laten. De hond op zijn beurt moet leren dat speelgoed van de kinderen niet van hem is en dat hij niet ongevraagd “mee”mag spelen. Loopt hij rond met speelgoed, ruil het dan met een van zijn eigen speeltjes of een bot. Sommige pups hebben de neiging kinderen ( en ook volwassenen) tijdens het spel te bijten. De tandjes zijn klein maar vlijmscherp en leuk is dit niet. Voor dit een gewoonte wordt, moet u hem dit afleren. Op het moment dat hij bijt pakt u onmiddellijk zijn onderkaakje, vouwt zijn lippen naar binnen over zijn tandjes en drukt zo zachtjes zijn lip in zijn tanden. Hierbij zegt u op scherpe toon “FOEI”. En tik op de rug van de neus vergezeld van het woord “FOEI” helpt ook deze nare gewoonte af te leren. Andere huisdieren moeten door de pup worden genegeerd. U mag niet toestaan , dat hij achter uw poes of kippen aangaat! Niet in huis en ook niet buitenshuis. Als u daar onmiddellijk na aankomst van de pup mee begint zal dit verder geen problemen geven. Hij is dan nog te klein om sneller dan u te zijn. Zodra hij aanstalten maakt achter een ander dier aan te gaan jagen, verbiedt u dit met een scherp “NEE”. Stopt hij zijn actie, dan wordt hij uitbundig geprezen. Gaat hij door dan moet u er achteraan en het hem beletten. Afleiding of hem ergens anders neerzetten waar hij deze streken niet uit kan halen, zonder dat u kunt ingrijpen, voorkomen dat deze gewoonte zich kan ontwikkelen.

HONDENTAAL

Begrijpt u wel, dat de hond in principe de inhoud van een woord niet begrijpt. Als u bijvoorbeeld het commando “ga”gebruiken wilt om de hond bij u te roepen, dan kan dat! Het lijkt ons alleen niet zo logisch. De hond zal er geen moeite mee hebben, maar u des te meer. Uw leven lang bent u eraan gewend, dat bij het woord “ga”iemand van u vandaan gaat in plaats van op u af komt. Elke keer als u de hond roept, zult u eerst moeten bedenken welk woord u daarvoor ook alweer had bestemd. Dit is een van de redenen, dat de meeste bevelen aan honden door iedereen hetzelfde worden gekozen. Daarnaast wint het bevel aan kracht als het uit één lettergreep bestaat. En het ene woord mag qua klank niet op het andere lijken. U kunt uw hond bijvoorbeeld beter niet de naam “blaf”geven, want dat lijkt teveel op “af”. Bij het geven van een naam moet ook gelet worden op de reeds bestaande namen in het gezin. Voor een hond klinken “Hobby” en “Tommie” hetzelfde. Wat zijn nu die magische woorden, waar u uw hond mee kunt manen?

  • Af: dit gebruikt u als u wilt dat uw hond gaat liggen
  • Zit: dit gebruikt u als u wilt dat uw hond gaat zitten
  • Plaats: dit gebruikt u als u wilt dat uw hond thuis op zijn eigen plaats gaat liggen
  • Blijf: dit is een ondersteuning voor de 3 bovengenoemde commando’s
  • Kom hier: dit is duidelijk, u wilt dat de hond bij u komt
  • Volg: hier bedoelt u mee, dat de hond naast u meeloopt, zowel los als aan de lijn
  • Aan de voet: om de hond duidelijk te maken, dat u wilt dat hij zich aan uw linkerkant opstelt
  • Sta: nu wilt u dat de hond stil blijft staan. Is handig bij de dierenarts en op tentoonstellingen
  • Foei: dit zegt u hard en scherp als de hond iets doet wat u beslist nooit wilt toestaan
  • Nee: dit zegt u luid en duidelijk als de hond iets doet wat nu niet kan, maar in een andere situatie misschien wel. Het is dus niet zo’n onverbiddelijk bevel als “foei”.
  • Goed zo ! Brave hond !: dit zijn geen bevelen, maar prijzende lovende woorden. Het doet er dan ook niet zoveel toe wat u zegt. C’est le ton qui fait la musique, ofwel het gaat om de toon waarop u iets zegt. U moet BESLIST NIET HARDER gaan praten of schreeuwen als u de hond een bevel geeft. Ook niet als u boos op hem bent! In dat geval dient hij uit de manier waarop u iets zegt op te kunnen maken, dat u meent wat u zegt. Uw gewone dagelijkse manier van spreken zal uitstekend voldoen.

TRAINEN VAN UW PUP

Tussen de zes en negen maanden kan uw teef loops worden, zij verliest dan bloed gedurende ca. 12 dagen. De loopsheid zelf duurt echter 21 dagen en deze hele periode moet u haar goed in de gaten houden. Aan de lijn uitlaten en niet alleen in de tuin als daar andere honden bij kunnen komen. Het karakter van een loopse teef kan iets veranderen. Vaak zijn ze wat nukkig. Sommige willen meer aandacht, andere zijn wat sloom. Als uw hond deze gedragingen vertoont kunt u de training beter even onderbreken tot de loopsheid over is.

 

Opvoeding en training lopen in wezen in elkaar over. Als u thuis uw pup leert, dat hij op zijn plaats moet blijven, bent u ook bezig met “AF”commando voor buiten of op visite. Opvoeding gaat spelenderwijs, zo tussen de bedrijven door. Het trainen van de hond gebeurt planmatiger. U trekt hier echt tijd voor uit. Doe dat niet als uw hoofd er niet naar staat. Of als uw hond er duidelijk geen zin in heeft. Zodra u dat merkt besluit u de training met een oefening die hij kent en leuk vindt. Die oefening moet hij dan ook goed doen, waarna – alvorens naar huis te gaan – wat met hem speelt. Geef hem geen eten voor u met hem gaat wandelen of gaat trainen. U gaat toch ook niet joggen met een volle maag? Hou de lessen kort, bedenk dat u van een pup maar heel kort geconcentreerde aandacht kunt verlangen.

 

Blijven (Staan)

Het commando “STA” kunt u oefenen als u de pup zijn borstelbeurt geeft. U zet de hond op zijn vier poten, waarna u met uw ene hand op zijn buik kriebelt, terwijl de andere met de borstel over zijn rug aait. Onderwijl herhaalt u af en toe het woord “STA”. Niet te vlug achter elkaar zeggen, dan gaat de klank voor hem verloren. Ook hier is het weer een kwestie van geduldig herhalen tot de pup begrijpt wat de bedoeling is. U mag hem gerust prijzen als hij ‘mooi’ blijft staan. Geef hem na de borstelbeurt een hondenkoekje. Het is verbazend hoe vlug ze weten dat er na de borstelbeurt iets lekkers wacht. Het commando “BLIJF” is eigenlijk een overbodig iets. Als je zit, ergens afligt, staat of op een plaats moet blijven liggen “BLIJF” je namelijk al. Toch is het een nuttig ondersteunend commando. Uit de klank ervan schijnt menige hond te begrijpen , dat het de baas ernst is. U kunt het in toegevoegde zin gebruiken bij de bovenstaande oefeningen.

 

Komen op bevel

Een van de belangrijkste oefeningen is het ‘komen op bevel’. Een hond die gehoorzaamt als hij geroepen wordt is een plezierig bezit. Niet alleen voorkomt het ergernis. Bedenk maar eens hoe boos u wordt als die …hond weer niet komen wil en u dus te laat bent voor uw afspraak. Het voorkomt ook, dat hij in gevaarlijke situaties terecht komt. U kunt hem op tijd terugroepen voor hij van plan is de straat over te steken. Of als u ziet dat er gevaar dreigt. En bovenal loopt u geen gevaar gefrustreerd te raken, want een hond die niet komt, mag u niet straffen als hij uiteindelijk genegen is te luisteren! Als u dat doet, straft u hem voor het uiteindelijk komen en u kunt misschien wel raden welke moeilijkheden u dan te wachten staan. Hoewel we deze oefening als laatste hebben bewaard, is het ‘komen op bevel’ een van die dingen, waar u niet vroeg genoeg mee kunt beginnen. De basis legt u thuis: in de eerste dagen na de aankomst van de pup. U zorgt ervoor, dat het komen bij de baas een feest op zich is.

 

Om trainings en - opvoedingsoefeningen zoals de ZIT en AF, Volgen en terugsturen plaats b.v is moeilijk om uit te schrijven omdat elke combinatie anders is en dus ieder zijn eigen begeleiding nodig heeft.

OPVOEDING EN TRAINING

De roedelleider: een natuurlijke behoefte. De hond stamt af van de wolf, om meer inzicht te krijgen in het gedrag van de hond is het belangrijk te weten hoe en waarom wolven in een roedel leven. Wolven zijn, net als onze honden, sociaal levende dieren, zij leven in groepsverband. De redenen hiervoor zijn dat ze gezamenlijk jagen, gezamenlijk het territorium bewaken en gezamenlijk voor de jongen zorgen. Om deze taken goed te kunnen uitvoeren moeten ze dus kunnen samenwerken, hiervoor zijn duidelijke regels nodig want als iedereen doet waar hij/zij zin in heeft wordt het een ongecontroleerde puinhoop. Daarom heerst er binnen een roedel een duidelijke rangorde, dit voorkomt conflicten en wanorde. Eigenlijk is er sprake van een dictatuur, er is een dominant de nummer 1 daarna komt nr.2, 3, 4 enz. De dominant is de roedelleider, de meest zelfverzekerde van het stel, deze zorgt voor de rust en de veiligheid binnen de roedel.

 

De dominant (roedelleider) zal zelden fysiek of verbaal straffen (corrigeren), hij of zij zal dit doen door middel van houding en gedrag. Immers als je direct klaar staat om uit te vallen of te vechten ben je alles behalve zelfverzekerd, dit is bij ons mensen niets anders. Binnen een wolvenroedel heerst orde en rust dit geeft ook een groot gevoel van veiligheid voor de overige roedelleden. De dominant (de roedelleider) kan best de leiding van bepaalde taken aan een lagere overlaten, maar dit gebeurt altijd met toestemming. Nu naar onze hond waarvan de meeste qua uiterlijk niet meer lijken op zijn voorvader de wolf. Echter van binnenuit leeft onze hond nog steeds met zijn wolvenverleden en dus ook nog steeds in een roedel namelijk ons gezin. Als wij willen dat de hond een fijn “gezinslid” wordt en zich goed gedraagt dan zullen we honds moeten gaan denken. Onze hond heeft net als de wolf leiding van een dominant nodig, krijgt hij dat niet dan zal hij/zij zich genoodzaakt voelen deze rol op zich te nemen. Als er namelijk niemand is die de leiding op zich neemt dan is de roedel ten dode op geschreven, dit zit in het systeem van de hond en dat kunnen wij mensen niet veranderen.

 

Heb je een zelfverzekerde hond dan zal deze de leiding op zich nemen en dan hoeft dit niet tot conflicten binnen de roedel (het gezin) te leiden. Heb je echter niet zo’n zelfverzekerde hond dan zal dit al gauw tot problemen leiden, deze hond zal, vaak door agressie in te zetten, proberen de roedel veilig te houden voor invloeden van buitenaf maar ook binnen het gezin kunnen er problemen ontstaan. De hond die gedwongen wordt om roedelleider te worden kan gaan bepalen wie er op visite mag komen, wie op de bank mag gaan zitten, dat hij pas komt als hij daar' zelf zin in heeft en in het ergste geval zal hij de gezinsleden corrigeren als zij iets doen wat hem niet bevalt. Hoe raar het ook klinkt er is nog steeds niets mis met deze hond, hij doet gewoon wat hij vanuit zijn hond-zijn moet doen, wel is er van alles mis in de communicatie met de overige gezinsleden. Een onzekere hond zal steeds banger worden als hij geen duidelijke leiding krijgt immers zonder leider is de roedel ten dode opgeschreven. Deze hond gaat vaak uit angst uitvallen, ze kunnen onzindelijk worden, zijn bang als ze alleen gelaten worden enz. En ook in onze roedel geven de mensen soms de leiding over aan de hond, denk hierbij maar aan waak- en verdedigingshonden, de reddingshonden of de blinden geleidehonden, dit kan alleen maar goed gaan als de roedelleider hier toestemming voor heeft gegeven. Deze honden nemen dus op commando de leiding over en beëindigen dit ook weer op commando. Een ander belangrijk punt is dat een lager geplaatste een hoger geplaatste na doet. Dit betekent dus, dat als je een hond opvoedt met verbaal (hard foei roepen) en fysiek (ruk aan de riem, in de nek pakken enz.) geweld, je hem/haar leert dat je zo blijkbaar met ranglagere om moet gaan om je plaats als ranghogere te behouden. Als je op deze manier je hond wilt opvoeden dan moet je ook niet zeuren als hij het kind van de buren bijt, die in de ogen van de hond iets doet wat deze niet wil. Zoals al eerder gezegd, een roedelleider hoort je te beschermen daar hoor je veilig bij te zijn, dat moet dus niet de toediener van pijn en schrik zijn.

BELONEN EN/OF STRAFFEN

Wij mensen zijn eigenlijk vaak heel onnadenkend bezig met onze honden, gelukkig zijn honden, over het algemeen, veel toleranter dan mensen en veel minder agressief anders zouden er veel meer bijtincidenten zijn. Niemand van ons zou het pikken als je kind voor de eerste keer naar school gaat, nog nooit Franse les heeft gehad, daar wel en repetitie van krijgt en als ze het dan fout doen gestraft worden fysiek of verbaal. Iedere ouder zou op hoge poten naar school gaan en daar eens haarfijn vertellen wat hij/zij daar van vindt en waarschijnlijk haal je het kind van die school af. Maar als het om een hond gaat, die we zelf zo graag wilden, dan gaat dit niet op. De hond die nog niets geleerd heeft over mensen gedrag en leven in een mensenroedel, moet zich eigenlijk vanaf dag 1 aanpassen aan onze regels.

 

En we nemen meestal niet de tijd om dit normaal aan te leren (net als kinderen rekenen leren en pas als ze het kunnen worden overhoord) nee, onze honden leren dat door straf. Een hond die niet geleerd heeft om netjes aan de riem te lopen, wordt dit niet eerst geleerd maar krijgt rukken aan de riem en een hoop lelijke woorden naar zijn kop. Hoe zou een hond moeten snappen dat hij buiten op takken mag bijten maar als wij dat stuk hout tafel noemen en we hebben er geld voor betaald krijgt hij op zijn kop. Als hij buiten in het bos of park loopt en hij begint te graven moeten we lachen, doet hij hetzelfde in de tuin worden we boos. Het is een HOND hij/zij weet echt het verschil niet, dit zullen we ze eerst moeten leren, pas dan kan je er wat van zeggen als ze het toch doen. Als je een hond al zou moeten straffen, moet deze straf in verhouding staan met het vergrijp. Dit kan je alleen goed doen als je hondentaal leert, een hond is zeer beperkt in staat mensentaal te gaan begrijpen, de mens is zeer goed in staat hondentaal te leren.

 

Het meeste ongewenste gedrag wat honden laten zien hebben mensen ze aangeleerd, immers als het gedrag nooit wat zou opleveren zou het ook niet meer worden uitgevoerd. Eigenaren van een pup komen vaak bij ons met de mededeling dat Flippie de eerste week nog wel mee liep aan het riempje maar nu wil hij niet meer lopen, hij gaat telkens zitten of hangt in zijn riem. Wij zeggen dan altijd dat ze een leuk en slim hondje hebben die snel leert. Wat is er gebeurd? Flippie gaat een keer zitten, de eigenaar begint te vragen of hij a.u.b. mee wil lopen doet dit vaak met leuke geluidjes of met iets lekkers. Bij de volgende wandeling gebeurt dit weer. Flippie leert op deze manier dat gewoon meelopen niets oplevert maar als je gaat zitten wordt iedereen heel blij gaan ze leuk doen krijg je wat lekkers, dus gaat Flippie zitten. Bij het gedrag van Flippie zit niets drammerigs, niets dwingends, het is gewoon een kunstje dat de eigenaar (zonder daar bij stil te staan) hem heeft geleerd en als hij het uitvoert dan komt de beloning. Zo zijn er nog vele voorbeelden te noemen en allemaal zijn ze terug te voeren naar gedrag van de hond waar deze op de een of andere manier voor beloond is. Logisch dat een hond er dan totaal niets van snapt als hij voor hetzelfde gedrag de ene keer wordt beloond en de andere keer wordt gestraft. Hierdoor wordt de eigenaar, die roedelleider waar je veilig bij zou moeten zijn, in hondenogen een onbetrouwbare leider en afhankelijk van het karakter van je hond kan dit de band tussen jou en je hond enorm schaden. Heel vaak worden honden voor hetzelfde gedrag, op het zelfde moment, beloond en gestraft, als dit gebeurd zal de beloning altijd winnen en dus blijft het gedrag in stand. Dit is bij ons mensen niet anders, voorbeeld: Je hebt een puber die enorm de boel aan het verstieren is op school, hij krijgt van iedere leraar straf, moet naar de directeur enz. enz., na een ouderavond krijgt hij ook op zijn kop van zijn ouders. Als straffen zo goed zou helpen waarom stopt dit gedrag dan niet onmiddellijk???? Omdat naast deze straf de beloning staat van zijn klasgenoten, immers hij zorgt in ieder geval voor de lol, met hem gebeurt er altijd wel wat. Dus als beloning voor het gedrag naast straf voor het gedrag staat wint altijd de beloning.

 

Voorbeeld van de hond:

Je hond springt tegen alle mensen op, je hebt al van alles geprobeerd maar hij blijft het doen. Ook hier staat belonen en straf naast elkaar, de straf grote mond, wegduwen de beloning aandacht. Doordat we dit weten kunnen we heel vaak het gedrag zo sturen dat het weer gewenst gedrag wordt.

HULPMIDDELEN OF MARTELWERKTUIGEN

In elke dierenwinkel worden materialen verkocht die je “helpen” bij de opvoeding van de hond. Bijna geen enkele werknemer in een dierenspeciaalzaak heeft ooit een cursus hondengedrag gevolgd, dit betekent dat zij alleen vertellen wat de leverancier (die ook niets van honden weet maar wel van zijn omzet vergroten) als informatie geeft bij de materialen. Halti’s, Gentle Leaders, Follow-me, slipkettingen, slipbanden en zelfs prikbanden worden verkocht als zijnde hulpmiddelen om het “wandelen zonder trekken” aan te leren. Anti blafbanden worden verkocht om te zorgen dat honden niet blaffen als ze alleen thuis zijn. Ook zijn er in ons land, jammer genoeg, nog steeds hondenscholen en “gedragstherapeuten” die dit soort materialen aanbieden als zijnde een oplossing voor uw probleem. In ons land kan iedereen (niet gehinderd door enige kennis) een hondenschool beginnen of zich gedragstherapeut noemen. Dit zijn ook vaak de mensen die dit soort materialen aanbevelen. Een goed opgeleidde en bijgeschoolde instructeur of gedragstherapeut weet wel beter, zij hebben in hun opleiding geleerd wat de (ernstige) gevolgen kunnen zijn van het gebruik van dit soort materialen, zij zijn opgeleid om de oorzaak van het probleem (bijv. overmatig blaffen) te achterhalen en kunnen de eigenaar precies vertellen wat deze moeten doen om het probleem op te lossen. Iedere goed opgeleide instructeur kan een eigenaar leren hoe hij/zij de hond kan leren wandelen zonder te trekken. Even wat informatie over bovengenoemde artikelen:

 

Halti

De halti is afgeleid van een paardenhalster en werkt in principe op dezelfde manier. Het is gemaakt van nylon en ontwikkeld door Roger Mugford. Het verschil met een paardenhalster is dat de halti om de neus kan snoeren. De halti is daarom een correctiemiddel, waarbij het bijten over de snuit wordt nagebootst. Het bandje over de neus is een constante dominante handeling.

 

Gentle leader

De gentle leader is afgeleid van de halti. De gentle leader is echter zwaarder dan de halti, ook hiermee wordt het 'over de snuit bijten' nagebootst,echter de druk van dit bijten is continu. Dit wordt versterkt op het moment dat de kop van de hond afgewend wordt.

 

Follow-me

De follow-me is een soort tussenvorm van de halti en de gentle leader. De follow-me lijkt op de gentle leader, maar heeft aan de onderzijde een extra bandje met een oog waaraan de riem bevestigd kan worden. Dit bandje zorgt ervoor dat de neusriem strakker om de neus getrokken wordt, op het moment dat de kop met de lijn afgewend wordt. Ook hier dus een correctie middel dat constant corrigeert. Al deze middelen straffen de hond voort durend, immers een dominante handeling die voortduurt, is een correctie. Dus of deze honden nu gewenst of ongewenst gedrag vertonen daar kunnen ze geen onderscheid in maken want de correctie blijft en neemt hooguit toe in intensiteit. Al met al dus geen middel om van de problemen af te komen. Sterker nog vaak zal het de problemen alleen maar verergeren. Het is wetenschappelijk bewezen dat de hond de toegediende straf niet alleen koppelt aan degene die de correctie geeft maar ook aan dat waar de hond naar toe wilde gaan. (een kind? een hond?) Stel je hebt een hekel aan andere honden (vaak is dit uit angst geboren en zo langzamerhand weet iedereen toch wel dat angst bestraffen de angst en daarmee de agressie alleen maar doet toenemen) inmiddels heb je geleerd om d.m.v. uitvallen de andere weg te jagen, als de hond nu een halster om hebt en de andere hond wilt wegjagen krijg hij een correctie. Denk je echt dat dit, de hekel aan of de angst voor die andere hond zal doen verminderen? Nee dus, de hond zal alleen maar bevestigd worden, dat andere honden ellende betekenen. Hij zal dus steeds meer een hekel krijgen aan andere honden. En de toediener van de correctie (de roedelleider) beschermt je niet maar zorgt voor de pijn/schrik en is dus ook niet te vertrouwen. Immers als de verhouding tussen eigenaar en hond duidelijk is, dan hoeft de hond niet uit te vallen naar een andere hond want dan weet hij dat, als de roedelleider aanwezig is, hij/zij er wel voor zorgt dat er niets kan gebeuren. Er wordt door sommigen beweerd dat het net zo goed bij een hond werkt als bij een paard, dit is echter complete onzin. Een halster bij paarden wordt gebruikt om een paard te geleiden en is niet bedoeld om te straffen. Paarden communiceren anders met elkaar dan honden, voor een paard is iets over zijn neus geen correctie, paarden gebruiken dit niet als dominante handeling. Je straft een hond d.m.v. een band over zijn neus, dit geldt niet voor een paard daarom gaat deze vergelijking niet op.Verder zijn er al meerdere dierenartsen die waarschuwen voor deze zogenaamde trainingsbanden, whiplash komt steeds vaker voor en dat is logisch doordat de band over de neus zit trek je de kop naar achteren en dat geeft hetzelfde effect als van achteren aangereden worden.

 

Slipketting

Deze ketting wordt soms nog aanbevolen door bepaalde instellingen. Als je weet hoe de leerprincipes in elkaar zitten dan weet je dat een hond dingen aan elkaar koppelt. Honden horen vele malen beter dat mensen. Het gerammel van de ketting wordt de aankondiger van de pijn, dus ook hier geldt, of de hond nu netjes meeloopt of trekt/uitvalt, hij wordt altijd gestraft. Voorbeeld: een hond wil graag naar een andere hond, springt daar naar toe en krijgt een enorme afstraffing doordat zijn keel wordt dichtgesnoerd met zijn vel tussen ijzeren schakels. Hij wordt dus gestraft omdat hij sociaal contact wil met een medehond, je kunt begrijpen dat, als dit vaker gebeurt, je die andere honden echt niet meer leuk vindt. Een hond koppelt dingen aan elkaar, een andere hond betekent niet meer “ha gezellig, een soort genoot” maar “kijk uit,anders krijg je weer pijn in je nek.” De eigenaren snappen niet hoe het kan dat hun hond die eerst zo leuk met honden speelde, nu “ineens” begint uit te vallen naar andere honden. Vaak is dit het resultaat van slipkettingen of halsters. Het ogenschijnlijke resultaat, bij alle correctie middelen, is dat het lijkt te werken ,immers om de straf te vermijden zal de hond (soms) het ongewenste gedrag niet meer vertonen. Weinig mensen weten dat het probleem steeds groter wordt, honden die als ze een keer losschieten een andere hond de rekening laten betalen van de opgebouwde haat en/of honden die steeds meer in het verzet komen naar de eigenaar. Bewezen is dat de band tussen eigenaar en hond steeds slechter wordt en die is al niet zo goed anders zou de eigenaar of de geleider de hond met een simpel nee, wel tot gewenst gedrag kunnen krijgen. Als iemand het toedient die geen relatie heeft met de hond zal deze het vertrouwen in mensen ook verliezen als je geluk hebt discrimineert de hond en krijgt alleen een hekel of angst voor die ene persoon met een beetje meer pech generaliseert hij en verliest langzaam maar zeker het vertrouwen in alle mensen.

 

Anti blafbanden

Hiervan zijn er verschillende op de markt, de meest verkochte zijn die met stroom of met citronella, deze laatste straft dus ook weer door ook al stopt de hond met blaffen. Immers honden ruiken veel beter dan wij mensen, de geur die gespoten wordt blijft nog een hele tijd hangen, dus al blaf je niet meer de geur die bij de straf hoorde blijf je ruiken en dat is erg bedreigend. Vaak blaffen honden als ze alleen zijn omdat ze het doodeng vinden om alleen te zijn. Ze hebben van hun moeder geleerd om geluid te maken als ze zich onveilig voelen, de teef komt dan terug naar het nest of broertjes en zusjes zoeken contact, dit is dus wat de hond heeft geleerd en doet. En het werkt, uiteindelijk komt de eigenaar thuis, dat deze ook was thuisgekomen als de hond stil was geweest, weet deze niet. Een hond is een roedeldier als je alleen gelaten wordt heb je een grote kans dit niet te overleven, daarom zijn er honden die doodsbang worden alleen thuis. Iedereen zal begrijpen dat het thuis blijven niet veiliger wordt als er ook nog pijnlijke (stroomband) of enge (geur- luchtband) dingen gebeuren als je alleen bent, ook hier krijgt de hond alleen de bevestiging dat het enorm gevaarlijk is als je alleen thuis bent. Er zullen best honden zijn die stoppen met geluid maken door deze banden,als je deze honden filmt als ze alleen thuis zijn zie je een hoopje ellende met enorm veel stress, dit wil een normaal denkend mens zijn hond toch niet aandoen! Soms gaan honden over op het slopen van het meubilair, niet om de eigenaar te pesten maar er is wetenschappelijk aangetoond dat zowel het blaffen/piepen/huilen als het slopen de stress verlaagd. Dat is de reden dat honden dit doen. Eigenaren die echt wat om hun hond geven bellen een gedragstherapeut. (www.gedragstherapie.info) Deze zal thuis komen kijken en vertellen wat er moet gebeuren om dit probleem op te lossen, en in 99,9 % van de gevallen is het ook op te lossen zonder daarbij aan dierenmishandeling te doen.

 

Al met al zijn dit middelen die gebruikt worden als de kennis ontbreekt. Het aspirientje tegen de hoofdpijn in plaats van uit te zoeken waar de hoofdpijn vandaan komt en daar wat aan doen zodat het probleem ook wordt opgelost i.p.v. verergert. Wat betreft de relatie met de eigenaar, een roedelleider is de meest zelfverzekerde dat betekend dat je daar veilig bij bent, dat je niet hoeft uit te vallen als deze bij je is. Zolang nummer een geen seintje geeft voor de aanval is er blijkbaar niets aan de hand. Laag doet hoog na, fijn als je als hogere je hond leert dat je alles oplost met fysiek of verbaal geweld, je leert je hond nu wel wat hij t.o.v. lagere moet doen om er boven te blijven staan namelijk agressie inzetten. Natuurlijk is het niet zo dat iedere hond die uitvalt boven zijn eigenaar staat meestal is er sprake van totale miscommunicatie en heeft de hond het idee gekregen dat hij deze dingen moet regelen een simpele uitleg van wat er gebeurt en de vertaling van hoe de hond dit ervaart en aan de hand daarvan ander gedrag neerzetten is vaak voldoende om de problemen op te lossen.

 

Dus als je met je hond wil opvoeden en trainen zoek dan een goede hondenschool waar het welzijn van de hond bovenaan staat en waar gewerkt wordt op basis van het beloningssysteem en waar de instructeurs geschoold zijn Waar geen gebruik gemaakt van rijgende of slippende middelen maar gewoon een halsband met een riem.

Bron: Quiebus kynologisch centrum www.quiebus.nl

HOLLANDSE BULLDOGGEN CLUB

Officiële rasvereniging van de Franse Bulldog in Nederland. Opgericht 1 juli 1907.

HBC

UW RASVERENIGING VOOR DE FRANSE BULLDOG IN NEDERLAND

CONTACT

SITEBEHEER & ONTWERP door HMwebdesign

HBC
HBC
HBC
HBC
HBC

HBC

HBC
HBC
HBC
HBC
HBC

HBC
HBCHBC

HBC
HBCHBC